Translate

Saturday, May 6, 2017

Waarom het dodenherdenking-gedicht van Güner Tozgül mij ontroerde en de toespraak van Nasrdin Dchar niet zo.

Het waren niet de literaire kwaliteiten van het gedicht noch de inhoud die mij raakten maar de attitude van de Turks-Nederlandse jongen. De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog die voor vele, zoniet de meeste, allochtone jongelui maar een vaag begrip is waar ze niets mee hebben, heeft voor Güner Tozgül wel betekenis. Hoe komt dat? Waarom is hij een uitzondering? Bij hem thuis werd het onderwerp regelmatig besproken en ook hij verdiepte er zich in.

De inhoud van het gedicht raakte mij niet zo maar toch wil ik er iets van zeggen. Het thema van het gedicht van Güner Tozgül is leegte. Dat is een goede keuze van de jongen want wat kan men zeggen over het onmetelijke leed dat die oorlog veroorzaakte? Hij bracht dat onvermogen goed tot uiting.

Hij voelde het leed van de oorlog en in dit geval onze oorlog, goed aan. Hij bewees hiermee dat hij zich de geschiedenis van zijn nieuwe vaderland eigen had gemaakt. Daarmee deelt hij met ons in het Nederlands collectieve verleden.

De toespraak van Nasrdin Dchar op 5 mei was indrukwekkend, op het eerste gehoor veel indrukwekkender dan het korte gedicht van Güner Tozgül. Hij bracht het voortreffelijk en de zichtbare trots van zijn moeder vond ik ontroerend. Maak je de toespraak van Nasrdin een beetje los van de context van de Tweede Wereldoorlog dan valt er niet veel op aan te merken. Maar weer helemaal teruggebracht naar die context dan bekruipen mij wat vervelende gevoelens. Ik zal proberen die gevoelens in argumenten te vertolken.

De problematiek van de Marokkaanse immigranten en hun nakomelingen nam in de toespraak een veel te prominente plaats in. Hij legde de verantwoordelijkheid voor die problematiek impliciet bij de oorspronkelijke Nederlanders neer. De Marokkanen zijn het slachtoffer van het racisme en intolerantie van de Nederlanders. Hij zei dat niet expliciet maar die indruk maakte het wel. De rol van de Marokkanen zelf hierin, vooral die van de jonge onhandelbare elementen, liet hij helemaal buiten beschouwing. Die problematiek heeft ook niets met de Tweede Wereldoorlog te maken.

Een andere misgreep in zijn toespraak vond ik de term "Ontjoding en De-Islamisering". Het idee dat moslims hier een gang naar de gaskamers te wachten staat, is absurd. Hij sprak over de haat tegen de Islam. Mijn inschatting is dat het in Nederland niet gaat om haat maar om een toenemende weerzin tegen een religie met nogal intolerante tendenzen. Het is een weerzin die deze godsdienst zelf over zich afroept.

Nasrdin sprak ons afkeurend toe vanwege het feit dat hier 75 jaar geleden racisme en jodenhaat zich zo gewelddadig konden laten gelden. Hij gaat dan volkomen voorbij aan het feit dat de uitroeiing-politiek waaraan 100.000 Nederlandse Joden ten slachtoffer vielen, geen Nederlands initiatief was, maar door de Duitse bezetting van ons land, op bevel van Hitler c.s. werd uitgevoerd. Als Nederland buiten de oorlog was gebleven dan zou er geen enkele jood hier weggevoerd zijn.

Güner Tozgül maakte zich onze geschiedenis eigen.

Nasrdin Dchar eigende zich onze geschiedenis toe.

Begrijpt u het verschil?

No comments:

Post a Comment